dinsdag 29 september 2009

# 17-18. Sociale netwerken en Librarything

Ik ben op dit moment niet actief op zoek naar een andere baan. Er is dus iets mis met mij, althans dat is wel het beeld dat je via de media wordt opgedrongen: carrière maken, jobhoppen, zo snel en zo veel mogelijk. Een tijdje geleden (toen ik nog wel naar een andere baan op zoek was) ging dat via Vacaturebank.nl en zo, nu doe je dat via LinkedIn. Je meldt je aan, plaatst je cv, geeft aan waar je wel of niet voor te porren bent en ziedaar: de reacties stromen binnen. Mooi middel voor vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt. Van de rest van het verhaal over gebruik maken van netwerken en zo, geloof ik eerlijk gezegd niet zoveel, maar ja ik ben dan ook niet zo'n netwerker. Mij dus niet gezien op LinkedIn.

Voor de goede verstaander zal mijn standpunt over "algemene sociale netwerken" als Hyves, Facebook en wat dies meer zij dan ook wel duidelijk zijn: ik heb wat rondgekeken, bekenden gezocht, en er niet zo heel veel gevonden (wat in mijn ogen in hun voordeel pleit). En van wat ik heb gezien word ik niet echt vrolijk. Ik zou hier nu een hele tirade kunnen gaan houden over de leegheid van het moderne bestaan en zo, maar volsta met enkele willekeurige karakters die ik op mijn toetsenbord ter beschikking heb: @#&%#P#@!!@^!%#^$!


Is het dan allemaal onzin? Nou nee, maar het moet wel een doel hebben. Een community als Archief 2.0 heeft wel degelijk zin: een ontmoetings- en uitwisselingsplaats voor mensen die in een bepaald onderwerp zijn geinteresseerd.
Een heel mooi voorbeeld van zo'n nuttige community is LibraryThing. Ik ben hier zelf al anderhalf jaar lid van en heb er al heel wat plezier aan beleefd. Het is zeker niet zo dat ik als een gek al mijn boeken aan het invoeren, hoewel dat op zich nog niet eens zo moeilijk is met de uiterst gebruikersvriendelijke interface: in een uurtje kun je al aardig wat boeken met omslag en al in je lijst hebben staan. Wat veel leuker is is om te beginnen met een bepaald boek, daarvan de recensies etc. te lezen en via andere 'eigenaren' van dat boek weer bij andere titels uit te komen. Als ik een boek uit heb ben ik vaak benieuwd wat anderen ervan vonden. Ik lees vooral veel Engelstalige boeken, dus lezersrecensies op Amazon.com zijn in dit verband vaak heel leuk om te lezen. Maar ook LibraryThing heb ik al heel wat keren geopend met dit doel (en als het je alleen daarom gaat hoef je eigenlijk niet eens lid te zijn of ingelogd te zijn!).
En oh ja, al sinds ik met deze blog begonnen ben kun je in de sidebar een keuze uit mijn boekencollectie zien!

maandag 14 september 2009

#15 en # 16 podcasts en YouTube

radio in een (bewegend-)beeldcultuur




Tegenwoordig kom ik er nauwelijks nog aan toe, maar vroeger toen ik studeerde luisterde ik veel naar de radio en dan met name naar 'informatieve' zenders of praatzenders als Radio 1. Tegenwoordig blader ik 's ochtends plichtsgetrouw de krant door, ik kijk regelmatig op nieuwspagina's op internet en heel af en toe zie ik nog wel eens een journaal op TV. Maar eerlijk gezegd was ik in mijn 'radiotijd' heel wat beter op de hoogte van de actualiteit en van de 'achtergronden bij het nieuws' dan tegenwoordig.
Maar nu is de radio terug, beter dan ooit, in de vorm van podcasts. Fantastisch dus!! Dat zou je toch in eerste instantie wel denken: interessante programma's beluisteren wanneer jou dat uitkomt. Maar ja, daar zit natuurlijk meteen het probleem: ik heb niet de tijd om dergelijke programma's uit te zoeken en te gaan beluisteren. RSS kan natuurlijk wel helpen bij het signaleren van interessant materiaal, maar dan nog betwijfel ik of ik de tijd kan vinden.
Bovendien vraag ik me af of de jeugd die in veel mindere mate dan ikzelf met radio is opgegroeid, maar al vanaf de wieg vooral met bewegende beelden wordt bestookt wel warm zal lopen voor een ouderwets medium als audio. Ik heb het vermoeden dat podcasts ook populair zijn geworden in een tijd dat bandbreedte nog een belangrijke rol speelde en dat het verspreiden van bewegende beelden via internet daarom nog moeilijk en duur was. Dat is tegenwoordig natuurlijk wel anders, kijk maar naar het succes van YouTube. En daar vind je naast een hoop onzin natuurlijk ook een hele hoop informatieve filmpjes die in feite niets anders dan podcasts met al dan niet bewegende beelden zijn. Vodcasts dus.

Podcasts voor archieven
Ik heb zo links en rechts wat podcasts van archieven en musea geopend en ben niet echt onder de indruk van de bruikbaarheid van het medium. Zo heb ik enkele minuten geluisterd naar een op zich boeiend verhaal van de National Archives over vervalsingen in de archiefwereld. In eerste instantie is het natuurlijk leuk om een typische Brit inclusief hete aardappel in de mond en met zeer typische voordracht te horen spreken, maar na een tijdje gaat de lol daar ook vanaf. En dan hoor je opeens ook op de achtergrond het omslaan van de bladeren die hij aan het voorlezen is. Voorlezen? Dus het staat ook op papier? Kan ik dat misschien dan niet beter zelf lezen? Ik weet zeker dat ik dezelfde informatie dan zou hebben kunnen opnemen in een fractie van de tijd die het me nu kost om het tussen de eeuh's en aah's door uit de mond van de auteur te vernemen.
Ook heb ik een podcast van het Rijksmuseum beluisterd, waarin de verteller ons meeneemt langs een aantal schilderijen. Leuk om te horen hoe al die details worden beschreven, nog leuker zou zijn om het betreffende schilderij op hetzelfde moment ook te zien! Misschien is de podcast bedoeld geweest om te beluisteren tijdens het doorlopen van een tentoonstelling, maar hem zonder wijzigingen op deze manier via internet verspreiden schiet mijns inziens het doel voorbij.
Dus: denk eerst eens goed na of een podcast voor jou wel het juiste middel is voor je je op dit nieuwe (intussen eigenlijk al weer achterhaalde) medium stort.

geen podcasts maar vodcasts
Of we als archiefwezen iets met podcasts kunnen? Mijn conclusie: niet aan beginnen, maar meteen doorstomen naar vodcasts: illustreer je verhaal met al dan niet bewegende beelden en je bereikt meteen een veel groter publiek. Overigens doen we bij het BHIC al zoiets, zij het in nog uiterst eenvoudige vorm. De rondwandelingen van Henk Buijks op diverse van onze lokale pagina's zijn toch eigenlijk niet meer of minder dan simpele vodcasts: beelden met begeleidend commentaar. Als dat commentaar nu door Henk of door iemand anders met een fraai stemgeluid werd ingelezen, ben je alweer een stapje verder. Wel smaakvol mixen met die schitterende originele muzikale begeleiding van Harry Saxofoni, want die willen we natuurlijk niet missen. Bewegend beeld is dan wellicht de volgende stap, daar weet René dan weer alles van. Eigenlijk hebben we alles dus al in huis om het BHIC te gaan vodcasten.

YouTube: films uit het archief, vodcasts uit het archief
En daarmee zijn we eigenlijk al bij YouTube beland. YouTube is inmiddels een nog veel groter succes dan podcasten ooit is geweest en dat is wel te begrijpen, we leven immers in een cultuur die steeds meer op bewegend beeld is gericht. Over de inhoud van YouTube kan ik kort zijn: 99% bagger, maar die 1% die overblijft is voor mij in ieder geval interessant genoeg om regelmatig het surfboard tevoorschijn te halen. Live-beelden van mijn favoriete bands, hoe teken ik een hand, judoworpen voor Hannah, Monty Python's Killer Rabbit voor Gijs, noem maar op, het is er te vinden.
Wat kan het archief met YouTube? Een heleboel lijkt me. We doen het al door een aantal (fragmenten van) onze originele films aan het grote publiek te presenteren. Maar we kunnen meer: als we al vodcasts gaan maken, kunnen we die via onze eigen site ter beschikking stellen, maar wat let ons om ze ook op YouTube (of een soortgelijk kanaal) te plaatsen? Zonder twijfel trekt dit meer, en in ieder geval ander publiek dan alleen de traditionele archiefbezoeker.

dinsdag 8 september 2009

#14 instant messaging


Ik associeerde ICQ, Windows Messenger en wat dies meer zij altijd met naïeve blonde meisjes van 12 en smoezelige mannetjes van onbestemde leeftijd en niet onbesproken gedrag. Of zoals in dit plaatje buxom blondes en tall, dark and handsome strangers. Dat is één kant van de zaak. Laat dus maar zitten.... of toch niet?
Aan de andere kant is instant messaging natuurlijk wel een middel om op afstand direct met elkaar te communiceren, zonder dat er pottenkijkers over je schouders meekijken (als je dat tenminste niet zelf toestaat). Daarmee geen vervanger van telefoon of e-mail, maar wel een ander middel, dat in bepaalde situaties zijn nut kan hebben. Bijvoorbeeld om de communicatie tussen onze vestigingen in Den Bosch en Grave te verbeteren? Of om als we in de toekomst vaker thuis gaan werken direct contact met de werkvloer te houden? Voor inlichtingenwerk lijkt het me ook zeer geschikt: in plaats van vier keer heen en weer te mailen om de vraag die wordt gesteld duidelijk te krijgen kan via een directe verbinding veel sneller tot resultaat worden gekomen. Dat overigens het beantwoorden van zo'n vraag niet altijd instant kan zijn, is evident.
Daarmee onderschrijf ik - nu ik dit zo eens nalees - warempel voor een groot deel wat Christian ons in 2007 al op zijn weblog hierover mededeelde.

maandag 7 september 2009

#13 twitter

gebabbel in de trein
starling flock
Ik zit nog wel eens in de trein. Soms alleen, dan probeer ik wat te lezen. Soms met een reisgenoot en dan wordt er gesproken. De inhoud van zo'n gesprek varieert van werkoverleg tot koetjes en kalfjes en alles wat daar tussenin zit. De geluidssterkte is afhankelijk van de afstand tussen de gesprekspartners. Uitgangspunt is dat mijn gespreksgenoot mij moet kunnen verstaan en dat andere lieden in de coupé er zo min mogelijk last van moeten hebben. Dat is tegenwoordig geen onomstreden uitgangspunt meer! Het gemiddelde volume van de menselijke stem in de hedendaagse treincoupé ligt dermate hoog dat elke inzittende van de coupé (en vaak ook nog die van de balkons ernaast en van de aanpalende coupés) elke lettergreep kan opvangen. Om over het geluidsniveau van mobiele telefoongesprekken maar helemaal te zwijgen. Heeft dit te maken met wijdverbreide gehoorbeschadiging onder onze landgenoten of gaat het hier om een diepgevoelde behoefte om gehoord te worden, desnoods door wildvreemden?
Wat heeft dat met twitter te maken, zult u zich afvragen? Welnu, twitteren is de overtreffende trap van luidruchtig babbelen in de trein. Waar in de treincoupé de woorden in ieder geval in eerste instantie nog tot één of meer gesprekspartners zijn gericht, babbelt de twitteraar in het luchtledige: niemand hoeft te 'luisteren', iedereen kan 'luisteren'. Dit lijkt me een buitengewoon inefficiënte vorm van communicatie. De vraag is dan ook of het hier eigenlijk wel om communicatie gaat of veeleer om de bevrediging van een diepmenselijke behoefte om gehoord te worden, om aandacht te krijgen, om leuk of aardig te worden gevonden.

to twitter or not to twitter
Heeft Twitter dan niets te bieden? Ik heb een twitter-account geopend en gezocht naar interessante personen om te volgen. Nou, dat is al behoorlijk moeilijk om die te vinden. Ik ben nou eenmaal niet geinteresseerd in het feit dat X. zojuist metrostation Spaklerweg heeft verlaten en over enkele minuten op het Centraal Station zal aankomen. En zelfs als X. een collega, familielid of bekende Nederlander is laat me dat in de meeste gevallen ook koud. Behalve natuurlijk als ik zelf op het Centraal Station op X. sta te wachten. Maar dan is een telefoontje volgens mij efficiënter.
Afijn, na enig zoeken toch enkele twitteraars gevonden om te volgen. Ik weet nu dat Luud wel eens naar House kijkt en dat Christian zowaar een boek aan te lezen is. En laten we eerlijk zijn, ik weet ook dat Luud afgelopen maandag naar een bijeenkomst over E-depot is geweest en dat beide heren eind van de week aan de Belgische kust een congres gaan bijwonen.
Als nu alle personeelsleden van het BHIC zich zouden aanmelden bij Twitter en elkaar zouden gaan volgen, zou dat iets extra's opleveren? Ik betwijfel het ernstig. Om maar eens een voorbeeld uit de inmiddels alweer oude doos te halen: wie irriteert zich niet aan onzinnige e-mails aan 'alle personeel'? Voor interne communicatie hebben we andere, efficiëntere middelen.

Twitter als snelle nieuwsvoorziening
Afgelopen week was er een aardbeving bij Java. Ik weet al niet meer op welke dag, maar het moet zo rond half negen in de ochtend Nederlandse tijd zijn geweest. Ik was rond negen uur bezig met twitter en mijn oog viel in de rechterbalk op het kopje trending topics, waar tien items worden getoond waarover op dat moment op de wereld het meest wordt getwitterd. Vrij rap na elkaar zag ik daar verschijnen: Jakarta, Java, Earthquake. En inderdaad, Indonesische twitteraars die de schok hadden gevoeld waren meteen gaan twitteren. Snel ook even bij de 'traditionele' media gekeken: CNN had het nieuws al, maar op Nederlandse sites (NOS, nu.nl) nog geen enkele melding te vinden. Prachtig, dacht ik in eerste instantie. Waarom eigenlijk prachtig, dacht ik enkele dagen later. Waarom is het voor mij zo belangrijk dat ik een uur eerder van een ramp aan de andere kant van de wereld hoor? Ik hoor er toch wel van via de gangbare media en krijg dan ook nog eens een gestructureerd verhaal te lezen of te zien in plaats van allerlei losse opmerkingen en kreten. En hoe kom ik erachter dat er lokaal of regionaal iets opzienbarends is gebeurd: dat zal wereldwijd niet in de trending topics terechtkomen, dus ik zal de betreffende tweets nooit vinden. Neemt niet weg dat twitter voor vrije nieuwsgaring (denk maar eens aan wat er enkele maanden in Iran is gebeurd) en voor ooggetuigen-'verslagen' een belangrijke nieuwe bron is. De traditionele nieuwsmedia zullen twitter intussen dan ook zonder twijfel nauwlettend monitoren. Of ik dat dan persoonlijk ook nog moet doen? Lijkt me niet.

not to twitter
Het moge duidelijk zijn: twitter is een leuk speeltje, maar ik zie er voor mij het nut nog niet zo van in en zal het dus voorlopig, tot dat verandert, niet veel gebruiken.