donderdag 29 oktober 2009

#21 footnote, of: een zoektocht naar sporen van John Cowper Powys in Amerika

Een onderzoeksverslag

Ga maar wat grasduinen op Footnote...

Maar waar ga je dan naar zoeken zonder in het trotse bezit te zijn van Amerikaanse roots? Na enig nadenken kwam ik terecht bij een van mijn favoriete schrijvers, John Cowper Powys (1872-1963). Powys verbleef van 1904 tot 1934 in de Verenigde Staten. Al lezingen gevend trok hij in die jaren de States door, van oost naar west, van noord naar zuid, en intussen schreef hij ook nog eens een paar meesterwerken zoals Wolf Solent (1929) en A Glastonbury Romance (1932). Over deze inmiddels helaas grotendeels vergeten literaire grootheid zou toch iets te vinden moeten zijn op Footnote?

Nou, dat klopt: 134 treffers in 14 bronnen:
- 12 kranten
- Correspondence of the Military Intelligence Division Relating to "Negro Subversion", 1917-1941
- Investigative Case Files of the Bureau of Investigation 1908-1922



Wat heb ik dan precies gevonden?
Het is in Footnote een kwestie van doorklikken en je krijgt het gevonden document te zien in een prima werkende viewer. En dan vind je bijvoorbeeld een aankondiging in de Washington Post van een lezing die Powys op 2 maart 1920 zal geven in de Masonic Auditorium over Dostoievsky; Or The Soul of Russia.
Ik heb de scan voor de zekerheid maar even gedownload en in dit bericht geplakt omdat een link voor velen niet zou werken: het zit namelijk in het abonnementsgedeelte van Footnote.

En in de stukken van het Bureau of Investigation vinden we zowaar een soort flyer voor dezelfde lezing in New York eveneens in maart 1920.

Dit Bureau of Investigations is een voorloper van de FBI en onderzocht real and perceived threats to the nation and its citizens. Hoe komt deze flyer in dit archief terecht?
Op 15 maart 1921 kreeg Special Agent Hanrahan in Boston een brief, waarin wordt gemeld dat de English radical John Cowper Powys op 5 februari in een lezing over Heine



virtually declared himself in favor of International Jewry. […] He declared that it would be foolish for the Jews to gather together in one country, as this
would cause stagnation of the race and would leave no further goals to strive for after the Zion movement had been attained


Blijkbaar was dit voor het Bureau of Investigations voldoende reden om op 24 mei een agent naar een volgende lezing van Powys te sturen, ditmaal handelend over Friedrich Nietzsche. Agent W.B. Poole weet hierover onder andere te melden:


Subject is an English author, with a cockney accent, and has a nasty tongue which delighted his audience by holding "Nietzsche"up as a saint and a God … The audience of about 200 persons … was composed of the scum of Boston society,
largely women whose frequent applause of his nastiness indicated their lack of morality …
Agent Poole concludeert: while [Powys] is not to be classed as an enemy of our laws, his lectures will have an effect on our morals, and Agent respectfully suggests that a possible return to this country be prohibited.
Uit het stuk blijkt dat Powys al eerder door het Bureau of Investigations was geobserveerd. Documenten hierover heb ik op Footnote niet kunnen vinden. De suggestie van agent Poole is in ieder geval niet opgevolgd: hoewel Powys herhaaldelijk heen en weer reisde naar zijn vaderland werd hem bij terugkeer in de Verenigde Staten voor zover bekend nooit een duimbreed in de weg gelegd. Powys is nog vele jaren ongestoord met zijn lezingen door de States getrokken en heeft zich in 1934 geheel eigener beweging weer in zijn vaderland gevestigd.

Evaluatie
Wat hebben we nu aan Footnote? Het is erg leuk om in te grasduinen en als je eenmaal je weg hebt gevonden werkt het ook allemaal prima (althans als je een betaalde account hebt). Maar het aanbod is wel erg selectief en beperkt (heul veul kranten en een selectie van ‘hoogtepunten’). Ik wil meer weten, andere archieven inzien … (nou ja, ik weet het, het is een afwijking, maar laat ik er maar voor uitkomen) echt archiefonderzoek doen. En als dat niet digitaal kan, dan maar zelf naar het archief (en dan liefst wat dichter in de buurt dan Washington DC) ….
Een Nederlandse of Nederlands-Vlaamse of Europese variant op Footnote zou in mijn ogen prachtig zijn. Hoe meer erop komt, hoe beter. En als we dit dan kunnen combineren met zoiets als de archievenbank van het Stadsarchief Amsterdam, waarbij je zelf scans kunt bestellen en online (lees: op Voetnoot) laten zetten lijkt me dat helemaal schitterend. En, niet te vergeten, natuurlijk wel gratis. Maar dat een dergelijke website ooit het echte archiefonderzoek zou kunnen vervangen (wat zo zou zijn als alle archiefmateriaal, inventarissen en indexen online beschikbaar zijn) lijkt me intussen toch echt een utopie.

dinsdag 13 oktober 2009

#20 online muziek en sociale netwerken

Internet is zonder meer het walhalla voor muziekliefhebbers: je kunt er zonder veel problemen alles vinden wat je ooit wilde horen en ondanks heftig tegenspartelen van de muziekindustrie kun je het die muziek meestal ook nog gratis beluisteren en opslaan. Daarmee is internet dus tegelijkertijd een molensteen om de nek van de muziekindustrie en van de gevestigde namen in de muziek. En dat roept dan weer satirische reacties op (overigens schaamteloos door mij gejat van Luud op archief 2.0, maar dat lijkt me ook erg 2.0, hoewel ik dan misschien juist de "bronvermelding" had moeten weglaten):

Persoonlijk ben ik niet zo van het downloaden, ik heb toch graag een duurzame versie in mijn bezit en een mp3-tje ergens op een harde schijf is voor mijn gevoel niet duurzaam genoeg. Is ongetwijfeld enorm ouderwets, maar zo zit ik nou eenmaal in elkaar. Neemt niet weg dat ik wel verschillende RSS-feeds heb uitstaan op een aantal favoriete bands en dat ik regelmatig aan het surfen ben op zoek naar informatie over nieuwe muziek waar ik via via over heb gehoord.
Wat ik leuk vind is om suggesties te krijgen in de trant van: u houdt van die en die band, luister dan ook eens naar zus en zo (net als bij boeken in LibaryThing of bij Amazon.com). Wat dat betreft is Last.fm erg leuk: je geeft een bandnaam op, bijvoorbeeld Porcupine Tree en je gaat naar Porcupine Tree Radio luisteren: je krijgt naast muziek van die band ook muziek gepresenteerd die om de een of andere reden gelijkenissen vertoont met die band. Vaak dus al bekend, maar soms ook iets nieuws en heel soms ook iets echt leuks nieuws. Leuk.... Totdat de deur wordt dichtgegooid na dertig nummers, dan mag je gaan betalen. En dat gaat me nou net iets te ver, zo vaak zou ik dit niet gebruiken. Jammer dat we niet in de VS, Duitsland of Groot-Brittannië wonen, waar Last.fm blijkbaar wel onbeperkt gratis beluisterd kan worden.
Dan maar blip.fm. Dit is een makkelijke manier om snel muziek te vinden. Het hele speel dj voor je vrienden-idee kan mij verder eerlijk gezegd gestolen worden, maar dat zal de oplettende lezer niet verbazen als hij mijn vorige stukjes over sociale netwerken heeft gelezen...

Voor de musici onder ons: zelfs de toetsenman van Dream Theater gebruikt tijdens concerten nu al een i-Phone om muziek te maken, dus gooi je instrumenten de deur uit en schaf een i-Phone aan:


O ja, wat hebben we hier als archieven aan? Los van het feit dat je ook hier de principes van sociale netwerken in de praktijk ziet, kunnen we er niet zoveel mee, lijkt me.
Clemens non Papa componeerde begin zestiende eeuw Ego Flos Campi voor de Bossche Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Dit stuk staat zowaar op blip.fm: luister hier. Zou wel leuk zijn als je dit achter de binnenkort op onze site te publiceren index op de broederschapsleden zou draaien. Maar dat kan denk ik technisch veel makkelijker vanaf onze eigen server.
Conclusie: leuk voor ons als privé-personen, weinig zinvol voor archieven.

vrijdag 9 oktober 2009

#19 genealogie 2.0


De hele wereld lijkt familieziek. Een enkeling heeft hoge koorts, de meesten hebben een lichte verhoging. Vrijwel niemand is, zeker wanneer de jaren vorderen, volkomen immuun voor de drang om meer te weten over vader, moeder, opa's, oma's, ooms, tantes, overgrootouders enzovoort. Of eigenlijk in de meeste gevallen niet enzovoort: de meesten gaat het vooral om twee, drie generaties terug, die nog in de herinnering en verhalen voortleven. Een enkeling - zeg maar de zware gevallen - zijn dermate geïnfecteerd met het virus dat ze een onweerstaanbare drang hebben om zover mogelijk terug te gaan, minstens tot Karel de Grote, het liefst tot Adam en Eva.
Moest je vroeger toch al gauw de deur uit om je informatie te verzamelen, ja vaak zelfs naar stoffige archieven, tegenwoordig kun je lekker achteroverhangend in je luie stoel het internet afsurfen op zoek naar familieleden. In korte tijd en zonder veel moeite vind je er wat je zoekt. Al die geïnfecteerden zoeken elkaar op genealogische communities op en helpen elkaar daar. Een mailinglist als soc.genealogie.benelux of een site als het stamboomforum zijn goede voorbeelden die duidelijk in een behoefte voorzien. Als je naar de 'recensies' van archiefdiensten kijkt, waar over het BHIC maar liefst twee bijdragen staan, uit 2007 en 2008, en door maar liefst 19 mensen (in de loop van hoeveel tijd?) een cijfer is gegeven, kun je je afvragen wat de waarde van een dergelijk cijfer is. Overigens bieden dergelijke 'recensies' wel interessante informatie over de wensen en eisen van de digitale bezoeker: hij wil via de website snel en direct tot aan de bron kunnen komen: veel indexen en gratis scans lijkt het motto.
Aangezien het overgrote deel van onze fysieke en digitale bezoekers ons met genealogische motieven opzoekt moeten wij ons oor dan ook nadrukkelijk te luister leggen bij dit soort genealogische fora. RSS en bijbehorende webcare dus, maar daar hebben we het bij een eerder ding al ruimschoots over gehad.

Requiem voor De Brabantse Leeuw



In de laatst verschenen aflevering van De Brabantse Leeuw wordt het einde van dit eerbiedwaardige tijdschrift aangekondigd: er resten nog twee afleveringen palliatieve zorg en dan is het tijd voor de laatste adem.
Waarom moet de leeuw sterven? Volgens de redactie is het tijdschrift ten onder gegaan aan het succes van het stamboomonderzoek. Ik citeer: Wie op internet 'genealogy' googelt, krijgt 68,5 miljoen hits. Dat is niet zo veel als de 714 miljoen van 'sex', maar geeft toch duidelijk aan hoe wijd verbreid het stamboomonderzoek is. Iedereen doet het en de resultaten worden in toenemende mate gecommuniceerd op internet. Dat ziet er goed en sociaal uit, dat kan leerzaam zijn, dat is misschien een redelijk alternatief voor de papieren publicaties. In werkelijkheid is het rampzalig, doordat de internetpublicaties elke vorm van redactionele begeleiding ontberen en bovendien veelal de bronnen niet worden gecontroleerd. Kritiekloos worden zowel gedrukte als digitale publicaties geciteerd, waarmee lange reeksen van fouten worden gegenereerd. Correcties en kritiek blijken bovendien vaak bepaald niet welkom te zijn, maar worden veelal ervaren als nare stoorfactoren bij de genealogisch fun op internet. De betrouwbare genealogieën die tóch op internet verschijnen, zijn witte raven.
Ik hoor hier echo's van Andrew Keen uit ik geloof het allereerste ding van deze cursus. En ik ben het grotendeels ook met de redactie van De Brabantse Leeuw eens: het is schrikbarend hoeveel er kritiekloos wordt overgeschreven en hoeveel klinkklare onzin er - ook op genealogisch vlak - op het web wordt geplaatst. En dat terwijl juist via internet de afgelopen jaren zo ontzettend veel mooi bronnenmateriaal ter beschikking is gekomen. Voor mijn eigen onderzoek maak ik natuurlijk ook gebruik van internet, maar hoe interessant de gegevens die ik daar vind ook zijn, ik kan ze in 90% van de gevallen niet controleren omdat elke vorm van bronvermelding ontbreekt. Bovendien zijn veel van die sites nogal vluchtig: ze verdwijnen of veranderen hun url, waardoor ze niet meer te vinden zijn.
Het overgrote deel van de stamboomonderzoekers zal deze jeremiade overigens worst wezen en dat is natuurlijk hun goed recht. Voor genealogische die-hards blijft het intussen moeilijk de witte raven onder de genealogische sites te vinden. Dat De Brabantse Leeuw als papieren tijdschrift verdwijnt valt nog wel te begrijpen, maar dat er geen doorstart als "internettijdschrift" wordt gemaakt, vind ik een gemiste kans. Want er is grote behoefte aan betrouwbare, duurzaam raadpleegbare genealogische informatie, ook en vooral op internet.

vrijdag 2 oktober 2009

#18. LibraryThing en archieven

Wat ik in mijn vorige bijdrage nog vergeten was is nu net de vraag waarom we dit allemaal doen als archiefmedewerkers, namelijk: wat kunnen we er als archiefdiensten mee?
Moeten we onze bibliotheekcatalogus in LibraryThing gaan invoeren? Dat lijkt me weinig zinvol. LibraryThing is voor mijn gevoel vooral gericht op literatuur en lectuur, vooral op fictie dus. Als je op een trefwoord als history gaat zoeken vind je miljoenen boeken, maar toch vooral het wat algemenere werk. Recente titels over de geschiedenis van 's-Hertogenbosch, om maar een dwarsstraat te noemen, kom ik er niet tegen. Dat betekent dat ik LibaryThing ook niet ga gebruiken als bibliografisch hulpmiddel. Let wel, privé vind ik het een hele leuke toepassing, maar ik denk dat we er als archieven weinig mee kunnen.